Dit jaar bracht ik op het Dutch Barista Championship een Natural Anaerobic Arabica uit India mee. Ik kwam zelden Indiase koffie tegen in de bars waar ik werkte toen ik barista was.Hierom nam ik aan dat de kwaliteit en de complexiteit misschien niet goed genoeg was…Pas toen Back To Black een Indonesische koffie in onze bar introduceerde, ondervond ik pas wat een rijkdom deze ondervertegenwoordigde koffie leek te brengen. De kwaliteit van de koffie uit Aziatische landen.Ik werd verrast door de kwaliteit van de koffie uit Aziatische landen, die zo anders was dan wat ik had ervaren van de koffiesoorten van het Afrikaanse continent en Zuid-Amerika. Ik was nieuwsgierig waarom we niet zo bekend waren met de koffie uit Azië en vond informatie die uitlegde hoe milieuomstandigheden tot de eerste grote uitbraak van koffieblad-roest leidden in de late 19e eeuw. Dit dwong de koffieboeren om oplossingen te vinden, wat leidde tot experimenten met het verbouwen van andere koffiesoorten zoals Robusta. Robusta werd toen het meest prominent en wordt tot op de dag van vandaag veelverbouwd in Aziatische landen. Ik twijfelde om de Indiase koffie naar de concurrentie te brengen, maar ik geloofde ook dat het tijd was om een andere weg in te slaan en de schijnwerpers te richten op de over het hoofd geziene origines. De ongelooflijke koffie die ze voortbrengen verdienden meer aandacht.
We hebben onze Anaerobe natural Indiase koffie Sunny & Ganesha genoemd, naar de boeren. Het komt uit een gemeenschap van ongeveer vijf kleine boerenbedrijven, die bekend staan onder de naam Srirangalli Village en verspreid zijn over de Pushpagiri bergketen in de Westelijke Ghats in Zuid-India. Het is een absoluut idyllisch deel van India, waarvan veel mensen het vergelijken met de Schotse Hooglanden wegens de natuurlijke schoonheid en de onaangetaste ruigheid. Het is dan ook geen wonder dat deze bergketen is bestempeld als een van ‘s werelds top biodiverse hotspots met meer dan 5000 verschillende bloeiende planten, 139 soorten zoogdieren, 508 vogelsoorten en maar liefst 178 soorten amfibieën.
Maar waarom zou dit relevant zijn voor de koffie? Nou… De kwaliteit van koffie is sterk afhankelijk van de conditie van de bodem. Het is daarom voordelig om een polycultuur in de bodem te creëren, zodat de voedingsstoffen worden aangevuld in plaats van uitgeput. In deze specifieke boerderijen groeien er inheemse variëteiten van peperkorrels, citrusvruchten en kardemom naast de koffie. Dit geeft een aantal extra smaakkwaliteiten aan de koffiebonen. Daarnaast wordt de koffie in Srirangalli Village in de schaduw geteeld, wat een vorm van landbouw is die natuurlijke ecologische relaties bevordert (ook wel bekend als agroforestry). Door deze schaduw-teelt wordt het rijpingsproces vertraagd, waardoor er een hoger niveau van natuurlijke suikers in de bessen ontstaat en de smaak van de bonen verbetert.
Het gevoel van teruggeven aan de natuur viel me op toen ik sprak met Komal van South India Coffee Company. Zij en haar echtgenoot Ashkay zijn vijfde generatie koffietelers en handelaren die een missie hebben om de beste koffie uit het Pushpagiri-gebied aan een zo breed mogelijk publiek te brengen, waardoor het huidige verhaal rond Indiase koffie verandert. Het is echt bemoedigend om te zien hoe ze samenwerken met boeren die methoden gebruiken die respectvol zijn tegenover de natuurlijke omgeving.
Wij vinden deze koffie het lekkerste als een V60 filter, maar als je zin hebt om te experimenteren kun je ook mijn signature drink proberen: 2 shots India Sunny & Ganesha espresso, 100 ml gemberbier, 50 ml framboos en citroenconcentraat (thuis te maken in een pannetje op laag vuur met 200 g verse frambozen, het sap van 2 citroenen plus wat geraspte citroenschil voor extra citroenolie en 2 volle eetlepels suiker) en 1 theelepel walnootolie (dit voegt wat stroperigheid toe, wat een perfecte aanvulling op de koudere seizoenen is).
Veel plezier met experimenteren!
